Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen deed zij hem slapen op haar knieen, en [34]riep een man en liet hem de zeven haarlokken zijns hoofds afscheren, en zij begon hem te [35]plagen; en zijn kracht week van hem. 34. Dat is, liet roepen, ontbood. 35. Dat is, aan te stoten, of anderszins aan te roeren, prikkelen, enz. om hem wakker te maken en van de aankomst der Filistijnen [gelijk tevoren] te waarschuwen, opdat men zag of hij te vangen en te dwingen ware, of niet.
Tijdschrift, Met Andere Woorden, [], juni 2007, p. 5ev Cees Houtman, "Verrichtte Delila een kunststuk? Rechters 16:19a in De Nieuwe Bijbelvertaling"